Miele@home

Miele@home maakt de integratie mogelijk van compatibele Miele@home huishoudelijke apparaten. Statusinformatie kan worden opgevraagd, instellingen kunnen worden gewijzigd en programma's kunnen worden gestart en gestopt. Meer informatie over Miele@home vindt u hier.

Lijst van ondersteunde functies en apparaten

Voor gebruik is een Miele@home-account vereist! De Miniserver Gen. 1 wordt niet ondersteund. De Miele@home-apparaten en de Miniserver moeten een actieve internetverbinding hebben.

Inhoudsopgave


Configuratie

Setup

Om Miele@home aan het programma toe te voegen, klikt u op 'Netwerk apparatuur' in het tabblad 'Randapparatuur', vervolgens op 'Netwerkapparaat toevoegen' en selecteert u 'Miele@home'. Of u kunt het snel toevoegen door op F5 te klikken en te zoeken naar 'Miele'.

Authenticatie

Nadat u het programma op de Miniserver hebt opgeslagen, moet u zich verifiëren met uw Miele@home-account. Er verschijnt een Systeemstatusbericht waarin u wordt gevraagd om uw Miniserver toegang te geven tot uw Miele@home-apparaten.

Als de status van Miele@home na het opslaan op de Miniserver verandert in rood, kon de verbinding met de Miele@home-server niet tot stand worden gebracht.

Apparaten toevoegen

Als de authenticatie succesvol was, kunnen uw Miele@home-apparaten worden toegevoegd via Apparaat zoeken in Loxone Config.

Daarom moeten de apparaten ingeschakeld zijn en in een rust- en bedrijfsklare toestand verkeren. Dit kan bijvoorbeeld worden gecontroleerd in de Miele@home-app. Als een apparaat zich in de verkeerde toestand bevindt, kan de Miniserver niet alle vereiste informatie van het apparaat ophalen. Als dit het geval is, wordt een overeenkomstige melding weergegeven. Bevestig de volgende punten en start het zoeken opnieuw:

  • Bediening op afstand van het apparaat is toegestaan.

  • Het apparaat is ingeschakeld en bereikbaar (toestand 2).

  • Er loopt op dit moment geen programma op het apparaat, en er wordt er ook geen beëindigd/gestopt.

  • Er is geen handmatige invoer of actie vereist op het toestel (bv. het bevestigen van een melding).

Nadat de apparaten met succes zijn toegevoegd, kan het programma worden opgeslagen op de Miniserver. De online-status van elk apparaat verandert dan in groen.


Belangrijke gebruiksaanwijzingen

Om de beschikbare apparaten correct te configureren, dient u zich vertrouwd te maken met hun functionaliteit en functies. Bekijk ze ook in de Miele@home-app. Bij het aanmaken van automatiseringen moet de volgende informatie in acht worden genomen:

Toestemming bediening op afstand

Om een apparaat op afstand te kunnen bedienen, moet de juiste toestemming op het apparaat zijn ingesteld.

Toestand apparaat

Het is mogelijk dat sommige commando's niet worden uitgevoerd, afhankelijk van de huidige toestand van het apparaat. In dergelijke gevallen informeert de Miniserver u via de Systeemstatus. Voor meer informatie over mislukte commando's, zie Command failed.

Bediening op afstand toegestaan

Om programma's met succes op afstand te kunnen starten, moet aan de volgende eisen worden voldaan:

  • Het op afstand bedienen van het apparaat is toegestaan.

  • Het apparaat is ingeschakeld en bereikbaar (toestand 2).

  • Het apparaat moet in status 4 (Wachten op start) staan.

Voor meer informatie over mislukte programmaopdrachten, zie Commando mislukt.


Commando mislukt

Als een opdracht aan een Miele@home-apparaat niet kon worden uitgevoerd, zal de Miniserver u dit melden via de Systeemstatus. Als de exacte reden kan worden vastgesteld, wordt u hiervan op de hoogte gesteld in het bericht. In elk geval kan de Miele@home-app of het apparaat zelf meer gedetailleerde informatie geven.

Hieronder staan enkele mogelijke redenen voor mislukte commando's:

  • Bediening op afstand van het apparaat is niet toegestaan.

  • Het apparaat is niet ingeschakeld of niet bereikbaar (uitgeschakeld, offline, in standby-modus).

  • Het apparaat wordt momenteel handmatig bediend.

  • Er loopt al een programma op het apparaat of een programma wordt beëindigd/gestopt.

  • Een handmatige invoer of handeling op het toestel is vereist.


Diagnose ingangen

Korte beschrijving Beschrijving Eenheid Waardebereik
Onlinestatus Geeft aan of het apparaat door de Miniserver kan worden bereikt.
Diagnostiek voor Air-apparaten
Diagnostiek voor Tree-apparaten
Diagnostiek voor Extensions
Digitaal 0/1




Eigenschappen

Korte beschrijving Beschrijving Standaardwaarde
Dienst bewaken Indien aangevinkt, wordt u via de systeemstatus of via de cloud mailer verwittigd indien deze dienst niet langer beschikbaar of offline is. -