De analoge waarde op de ingang wordt bij trigger op de uitgang gezet en daar vastgehouden.
Inhoudsopgave
Ingangen↑
Contractie | Korte beschrijving | Beschrijving | Waardebereik |
---|---|---|---|
V | Value | Waarde | ∞ |
Set | Set value to output (V) | Op stijgende flank. | 0/1 |
Off | Off | Puls: Uitgang wordt gereset / uitgeschakeld. | 0/1 |
Uitgangen↑
Contractie | Korte beschrijving | Beschrijving | Waardebereik |
---|---|---|---|
V | Value | Waarde | ∞ |
Parameter↑
Contractie | Korte beschrijving | Beschrijving | Waardebereik | Standaard waarde |
---|---|---|---|---|
Rem | Remanence input | Remanence ingang: Indien actief, behoudt het functieblok zijn vorige toestand na een herstart van de Miniserver. De toestand van het functieblok wordt opgeslagen: - Bij het opslaan op de Miniserver - Bij een geplande herstart$BR$$- Voor een back-up - Eenmaal per uur$BR$$ De gegevens worden opgeslagen op de SD-kaart. |
0/1 | 0 |
Timing Diagram↑