Met een Multiplicator Project kan een identieke programmering worden verdeeld over verschillende Miniservers.
Dit is geschikt voor installaties met veel gelijksoortige eenheden zoals hotelkamers of appartementen, tot hele groepen huizen.
Elke eenheid krijgt zijn eigen Miniserver inclusief gebruikersinterface.
De programmering kan naar believen worden aangepast op de afzonderlijke Miniservers, aangezien vaak andere instellingen, parameters, apparaten of programmeringen vereist zijn.
Het hele Multiplicator Project, inclusief de Miniservers, wordt samen beheerd in Loxone Config.
Inhoudsopgave
Een Multiplicator project opzetten↑
|
Huidige Miniserver / Go / Compact vereist, niet ondersteund door Gen. 1-varianten! Alleen Miniservers van hetzelfde type kunnen in een Multiplicatorproject worden gebruikt. |
Om een project te maken, selecteer de knop " Converteer naar Multiplicator Project", en bevestig:
De gewenste Miniservers kunnen nu via "Miniserver Zoeken" worden toegevoegd:
Als de Miniservers niet in een lokaal netwerk zijn aangesloten, moeten ze eerst extern toegankelijk worden gemaakt, b.v. via Remote Connect.
Dan worden ze handmatig toegevoegd via de knop in de menubalk, waarna de verbindingsgegevens met extern adres worden ingevoerd.
De huidige credentials van elke Miniserver moeten aan de rechterkant worden ingevuld.
Deze worden later overschreven door het Multiplicator Project:
In het dialoogvenster "Miniservers beheren" wordt het huidige project op alle Miniservers opgeslagen en wordt, indien nodig, de firmware geactualiseerd.
Na het opslaan, als alle Miniservers bereikbaar zijn en zijn bijgewerkt naar de laatste firmware, is het project klaar voor gebruik.
Basis programmering↑
Er wordt een basisprogramma gemaakt, dat later onder alle Miniservers wordt verspreid.
Bijvoorbeeld, voor de slaapkamer worden de lichtsturing, de intelligente ruimteregelaar en de automatische zonwering toegevoegd aan de programmeringspagina van het Multiplicator project:
Gewoonlijk worden in een project van dit type op elke Miniserver dezelfde apparaten gebruikt. Daarom worden voorlopig plaatshouders ingevoegd via "Apparaat toevoegen". Later worden deze apparaten aan de respectievelijke Miniservers gekoppeld met hun serienummer en worden de plaatshouders vervangen.
Afzonderlijke pagina's of apparaten kunnen ook naar bepaalde miniservers worden overgebracht:
Programmeer Miniserver onafhankelijk↑
Aangezien de programmering op elke server in detail verschilt, is het mogelijk om tot elke Miniserver afzonderlijk toegang te krijgen en wijzigingen aan te brengen:
Het project van de Miniserver wordt dan op een nieuwe pagina geopend:
Nu kunnen objecten worden vervangen, toegevoegd, verwijderd of gewijzigd, net als in een gewoon project. Alle afwijkingen van het basisprogramma zijn paars gemarkeerd.
Koppel / vervang apparaten:
De eerder aangemaakte plaatshouders worden nu vervangen door de eigenlijke apparaten via de koppelingsdialogen van de respectieve Miniservers. Dit resulteert in een ander serienummer als afwijking:
De afwijkingen aan het Multiplicator project kunnen in een venster worden weergegeven:
Hier kan een Miniserver ook teruggezet worden naar Multiplicator default.
Een Miniserver kan ook worden losgekoppeld van het Multiplicator project:
Na ontkoppeling moet deze Miniserver ook in het Multiplicator project worden verwijderd!
Trusts↑
Trusts kan worden gebruikt voor gebruikersbeheer, maar ook voor het delen van ingangen, uitgangen of intercoms tussen de miniservers van het Multiplicator project.
De trust manager mag geen deel uitmaken van het Multiplicator Project, en alle Miniservers moeten geauthoriseerd zijn om mee te doen.
Alle lokale gebruikers kunnen vervangen worden door trust gebruikers.